De (nieuwe) vermogenstoets in de AWBZ
25 - 4 -2013
Voor zorg uit de AWBZ, zoals thuiszorg en verblijf in een verpleeg- of verzorgingstehuis moet u een eigen bijdrage betalen. Tot vorig jaar was de bijdrage afhankelijk van het inkomen. Sinds 1 januari 2013 telt ook het eigen vermogen mee bij het vaststellen van de eigen bijdrage. Het eigen vermogen is het bedrag dat u in Box 3 moet aangeven oftewel het voordeel uit sparen en beleggen. Iedere belastingplichtige heeft in 2013 een heffingvrij vermogen van €21.139 per persoon. Komt u daarboven, dan betaalt u over het meerdere 1,2% belasting. In de nieuwe regels voor de zorgverzekering wordt de eigen bijdrage verhoogd met een bijtelling van 8% van het bedrag waarover u in Box 3 belasting dient te betalen.
De onrust is groot - begrijpelijk - en dat is soms terecht, maar lang niet altijd. Stelt u zich allereerst de vraag hoe reëel de verwachting is dat u met de AWBZ te maken zult krijgen. Veel mensen weten niet dat een eigen woning hoofdverblijf (Box 1) niet meetelt als vermogen indien slechts één van beide partners wordt opgenomen terwijl de ander daar gewoon blijft wonen. Voor mensen met een eigen woning en daarnaast enkele duizenden euro’s spaargeld is het daarom vaak niet nodig om maatregelen te nemen. Zeker niet als het waarschijnlijk nog jaren duurt voordat opname aan de orde is.
De vraag is of er mogelijkheden zijn om in voorkomend geval de schade te beperken. Het gaat erom het bedrag waarover u in Box 3 belasting betaalt te verlagen. Daarmee bespaart u de 1,2% inkomstenbelasting en de 8% bijtelling voor bepaling van de eigen bijdrage. Dat kan bijvoorbeeld door schenkingen op papier te doen, die zijn aftrekbaar in Box 3 en u blijft baas over uw eigen geld. Het spaargeld blijft op de bank staan, maar op papier heeft u een schuld aan de kinderen. Over het schenkingsbedrag moet jaarlijks 6% rente worden betaald aan de kinderen. De kinderen hoeven daarover geen belasting te betalen, maar zij moeten wel 1,2% belasting betalen in Box 3 indien zij boven hun eigen heffingvrij vermogen uitkomen. Deze belasting kunnen zij betalen uit de rente die ze van de ouders ontvangen.
Voorts dient in een langstlevende testament aandacht te worden besteed aan de opeisingsgronden van de tegoeden van de kinderen na overlijden van de eerste ouder. Bij een goede formulering kan bij een beroep op de AWBZ het Box 3 vermogen van de langstlevende ouder worden verlaagd.
Een derde manier, die niet voor iedereen is weggelegd, is om vermogen in de eigen B.V. te storten. Op deze wijze verplaatst u vermogen van Box 3 naar Box 2.
Realiseert u zich dat de effecten van het verlagen van uw vermogen in verband met de eigen bijdrage pas in 2016 zichtbaar zullen worden. De peildatum van de vermogenstoets ligt namelijk twee jaar eerder dan het jaar waarover de eigen bijdrage berekend wordt.