Erfbelasting en de langstlevende-regeling
12 - 10 -2017
Onlangs mocht ik in de regio een presentatie verzorgen over het levenstestament.
Tijdens deze avond is onder andere aan de orde gekomen: de reden om een levenstestament op te maken (“wie regelt mijn zaken als ik dat zelf niet meer kan?”), hoe het levenstestament eruit ziet en het verschil met een gewoon testament.
Ook het erfrecht blijft tijdens een info-avond altijd een dankbaar onderwerp om over te praten en waarover altijd veel vragen blijken te bestaan. Ook de volgende vraag passeerde de revue: hoe zit het met de erfbelasting bij een langstlevende-regeling?
Bij een langstlevende-testament is vaak de beleving dat alles (alleen) naar de langstlevende gaat en er daardoor geen erfbelasting verschuldigd is, omdat de langstlevende een hoge vrijstelling voor de erfbelasting heeft. Hoe kan het dan toch nog erfbelasting betaald moet worden?
Bij een gebruikelijk langstlevende-testament zijn de langstlevende echtgenoot tezamen met de kinderen de erfgenamen. Daarnaast staat er in testamenten vanaf 2003 dat de wettelijke
verdeling van toepassing is. In testamenten van vóór 1 januari 2003 wordt meestal
artikel 1167 BW in het testament genoemd, ofwel de zogeheten ‘’ouderlijke boedelverdeling’’.
Beide langstlevende-regelingen bepalen dat, wanneer de eerste echtgenoot van een echtpaar komt te overlijden, alle bezittingen en schulden bij de andere echtgenoot terecht komen. De langstlevende ‘blijft in de spullen zitten’ en wordt enig eigenaar van de woning, de bankrekening, de auto, maar ook van de hypotheekschuld.
Omdat de kinderen ook erfgenaam zijn, ontvangt de langstlevende echtgenoot dus eigenlijk meer dan waar hij/zij recht op heeft. De langstlevende wordt “overbedeeld”.
Stel van een echtpaar met drie kinderen komt de man als eerste te overlijden. Dan is de vrouw voor 1/4e deel erfgename. De drie kinderen erven ieder ook 1/4e deel. Door de langstlevende-regeling gaat echter alles naar de vrouw. Hierdoor ontvangt de vrouw dus 3/4e deel te veel. Dit wordt een schuld aan de kinderen; de kinderen krijgen een vordering op de vrouw, van ieder 1/4e deel.
De schulden aan de kinderen hoeven volgens de hoofdregel pas betaald te worden bij overlijden van de vrouw of bij haar faillissement. Meestal zijn in een testament nog meer situaties opgenomen wanneer de vrouw de schulden aan de kinderen moet uitbetalen, zoals als zij hertrouwt of naar een zorginstelling verhuist en een eigen bijdrage moet gaan betalen. Dit laatste willen steeds meer mensen in een testament laten opnemen. Dit staat namelijk niet in de wet als uitbetalingsmoment aan de kinderen.
De kinderen krijgen dus een soort “tegoedbon” die ze later in kunnen wisselen.
Ondertussen mag de langstlevende doen en laten wat deze wil met de erfenis. Maakt de langstlevende de erfenis (en zijn/haar eigen vermogen) op en komt deze zelf te overlijden dan is dat “jammer dan” voor de kinderen. De tegoedbon is dan niets meer waard.
De Belastingdienst kijkt naar wat iemand als erfgenaam erft op het moment van overlijden van de erflater. Het feit dat het erfdeel niet meteen uitbetaald wordt, doet daar in principe niets aan af. Wel wordt er voor de fiscale waarde van de “tegoedbon” nog gekeken of deze al dan niet rente draagt. Afhankelijk van de hoogte van de rente houdt de langstlevende nog een (fictief) vruchtgebruik op de tegoedbon en wordt de fiscale waarde van de tegoedbon voor de verschuldigde erfbelasting voor de kinderen eventueel verlaagd. (kunnen) komen dat er belasting betaald moet worden.
De erfbelasting die verschuldigd is over de verkrijging van de kinderen moet de langstlevende voorschieten.
Het is mogelijk om in een testament de renteregeling over de tegoedbon flexibel te maken zodat de fiscale grootte van de tegoedbon nog na overlijden van de eerst-stervende kan worden beïnvloed. Ook kan door middel van een “opvullegaat” worden gezorgd dat bij eerste overlijden zo mogelijk helemaal geen erfbelasting wordt betaald. Vaak betekent dit laatste echter dat de kinderen bij overlijden van de langstlevende ouder duurder uit zullen zijn.
Met een flexibel testament kunnen na eerste overlijden nog diverse keuzes worden gemaakt om de hoogte van de erfbelasting te beïnvloeden.