Mag ik mijn kinderen met schenkingen ongelijk behandelen?
24 - 5 -2018
Het is niet altijd mogelijk of gewenst dat een ouder aan alle kinderen een (gelijke) gift doet. Soms wordt een gift gedaan als voorschot op de erfenis. Bij het doen van de gift bepaalt de ouder dat het kind verplicht is om de schenking “in te brengen” zijn nalatenschap.
Dit betekent dat bij de verdeling van de nalatenschap van de ouder eerst de gift wordt opgeteld bij de nalatenschap. Er wordt dan bij verdeling van de erfenis rekening gehouden met wat het kind al als gift heeft ontvangen.
Voorbeeld:
Sjaak heeft twee kinderen, Cees en Roel, en heeft tijdens zijn leven aan Cees € 25.000 geschonken onder de verplichting tot inbreng in zijn nalatenschap.
Sjaak overlijdt en zijn nalatenschap bedraagt €50.000. De verdeling van de nalatenschap is dan als volgt:
eerst wordt de schenking opgeteld bij de nalatenschap en is er (fictief) te verdelen € 75.000, waarin Cees en Roel ieder voor de helft ofwel voor € 37.500 zijn gerechtigd.
Van de nalatenschap krijgt Cees € 12.500, want die heeft al € 25.000 ontvangen, en Roel krijgt €37.500.
Als een gift vóór 2003 is gedaan, dan moet die gift als hoofdregel worden ingebracht. Bij de gift of in het testament kan iets anders bepaald zijn.
Als een gift na 2003 is gedaan, bestaat er als hoofdregel geen verplichting tot inbreng behalve als bij het doen van de gift de verplichting wel is opgelegd. Het uitgangspunt is sinds 2003 dus precies andersom.
De verplichting, opgelegd bij het doen van de gift, kan bij testament weer ongedaan zijn gemaakt. Er is geen verplichting tot inbreng als de begiftigde geen erfgenaam is.
Als de begiftigde wel erfgenaam is, komt de inbreng in mindering op het erfdeel. Als de gift groter is dan de grootte van het (fictieve) erfdeel, hoeft deze niet geheel te worden ingebracht.
Voorbeeld:
Jan heeft twee kinderen, José en Theo, en heeft tijdens zijn leven aan José € 25.000 geschonken onder de verplichting tot inbreng in zijn nalatenschap.
Jan overlijdt en zijn nalatenschap bedraagt €15.000. De verdeling van de nalatenschap is dan als volgt:
eerst wordt de schenking opgeteld bij de nalatenschap en is er (fictief) te verdelen € 40.000, waarin José en Theo ieder voor de helft ofwel voor € 20.000 zijn gerechtigd. Dit is minder dan de gift van € 25.000 aan José. José krijgt niets uit de nalatenschap. Theo krijgt de hele nalatenschap van € 15.000.
De legitieme van Theo is niet aangetast, dus hij kan de gift aan José ook niet aantasten. Zie hierna.
Bij verdeling van een erfenis hebben de kinderen van de erflater recht op een minimum deel van de nalatenschap. Dat minimum deel wordt de “legitieme portie” genoemd, kortweg ook wel de ‘’legitieme’’. Wie vindt dat zijn kind minder zou moeten ontvangen dan de legitieme, zou kunnen proberen om een groot deel van zijn vermogen al bij leven weg te schenken. Echter, het kan voorkomen dat door een beroep op de legitieme de gift gedeeltelijk moet worden terugbetaald aan het kind dat het beroep op de legitieme doet.
Voorbeeld:
Elly heeft twee kinderen, Janine en Frank, en heeft tijdens haar leven aan Frank € 400.000 geschonken onder de verplichting tot inbreng in haar nalatenschap.
Elly overlijdt en haar nalatenschap bedraagt €100.000. De verdeling van de nalatenschap is dan als volgt:
berekening inbreng: fictief te verdelen is € 500.000, waarin Janine en Frank ieder voor de helft ofwel voor € 250.000 zijn gerechtigd. Dit is minder dan de gift van € 400.000 aan Frank. Frank krijgt niets uit de nalatenschap. Janine krijgt de hele nalatenschap van € 100.000.
Berekening legitieme: de legitieme is de helft van het gewone erfdeel van de fictieve nalatenschap (de nalatenschap vermeerderd met de gift). Dit is ¼ deel van € 500.000. De legitieme is dan € 125.000. Janine krijgt maar € 100.000 uit de nalatenschap en kan daarom bij Frank nog € 25.000 vorderen met een beroep op de legitieme.
Door het bestaan van de legitieme zijn ouders dus niet helemaal vrij in het doen van ongelijke giften.