Rechter tipt het maken van een levenstestament
18 - 2 -2021
Onlangs is in een rechterlijke uitspraak het belang van het opstellen van een levenstestament naar voren gekomen.
De casus was als volgt:
Het vermogen van een oudere dame is onder bewind gesteld. Haar echtgenoot is overleden en hij had in 1986 een langstlevende testament opgesteld. In het testament is opgenomen wanneer de kinderen hun vaders part bij haar kunnen opeisen. In het testament stond dat ze dit mogen doen als hun moeder (de langstlevende) zelf overlijdt, failliet gaat of in surseance van betaling verkeert, hertrouwt zonder huwelijkse voorwaarden te maken of indien zij bijstand ontvangt. In het testament is niet opgenomen dat de kinderen hun kindsdeel bij hun moeder mogen opeisen als zij wordt opgenomen in een verpleeghuis.
De oudere dame verblijft inmiddels in een zorginstelling, omdat haar gezondheid achteruit is gegaan. Ze moet daar een eigen bijdrage betalen in de zorgkosten, die gebaseerd is op de hoogte van haar inkomen en deels ook op de hoogte van haar vermogen. Ook de kindsdelen behoren nog tot haar vermogen. De kinderen vinden dat de bankrekening van moeder ten onrechte volledig wordt meegerekend, omdat het banktegoed haar voor een groot deel niet toekomt, aangezien de kinderen nog hun kindsdelen tegoed hebben.
De kinderen vragen aan de kantonrechter toestemming of moeder de kindsdelen aan hen mag uitbetalen. Door de uitbetaling van de erfdelen zou het vermogen van moeder dalen, zodat haar eigen bijdrage ook zou dalen (en moeder meer vermogen over houdt).
De rechter geeft de toestemming niet. Vast is komen te staan dat de kindsdelen niet opeisbaar zijn. De kantonrechter vindt het derhalve niet in het belang van moeder om een dergelijke uitkering te doen. Door het doen van de uitkering vermindert het vermogen van moeder, terwijl het doen van deze uitkering onverplicht is. Dat door het doen van de uitkering de hoogte van de eigen bijdrage voor intramurale zorg wordt beperkt, maakt dit volgens de rechter niet anders.
Opvallend is dat de rechter nadrukkelijk uitspreekt dat als moeder had gewild dat vermogen naar haar kinderen zou gaan in plaats van zou worden betaald voor de zorg, zij zelf eerder actie had moeten ondernemen toen ze hier nog toe in staat was. Bijvoorbeeld door een levenstestament te maken of door aan estate-planning te doen.
Kortom, een gevolmachtigde had namens moeder haar vermogen kunnen wegschenken, bijvoorbeeld aan haar kinderen. In dat geval had niemand iets aan een rechter hoeven vragen en was deze er niet aan te pas gekomen. Uit deze uitspraak blijkt dus het belang van een levenstestament.
Ook als vader in het testament had opgenomen dat de kindsdelen opeisbaar werden indien moeder in een zorginstelling zou worden opgenomen, hadden de kinderen een sterker verhaal gehad en hun kindsdeel kunnen opeisen. Nu vader dit niet had geregeld, moest aan de rechter worden gevraagd of moeder de kindsdelen vrijwillig mocht uitbetalen. Zoals gezegd vond de rechter het niet goed. Met een levenstestament had de gevolmachtigde niets aan een rechter hoeven vragen en zelf tot uitbetaling kunnen besluiten. In het levenstestament had moeder daarover aanwijzingen en wensen kunnen opnemen.