Wie krijgt inzage in een testament?
22 - 2 -2023
Het maken van een testament is een zeer persoonlijke aangelegenheid.
De inhoud van een testament blijft geheim tot aan iemands’ overlijden (tenzij degene die het testament laat opmaken (de erflater) zelf aan anderen vertelt wat er in staat).
Indien iemand komt te overlijden, wil de omgeving vaak weten óf er een testament is gemaakt. Een belanghebbende kan dat zelf opvragen bij het Centraal Testamentenregister, maar ook een notaris kan dat voor u doen. Na die inzage weet u nog niet wát er nu precies in het testament staat. Het testament zelf wordt namelijk niet bewaard in het Centraal Testamentenregister. Daar staat alleen genoteerd of en wanneer er een testament gemaakt is. Het testament zelf ligt bij de notaris (of diens opvolger) waar het testament is opgesteld.
Wat er in een testament staat, kan de notaris die het testament bewaart eventueel vertellen zodra die het testament heeft gelezen. De notaris zal vervolgens eerst beoordelen of u recht heeft op de inhoud daarvan. De notaris kan vervolgens ook uitleg geven over wat er in dat testament staat.
De Wet op het Notarisambt regelt of en aan wie de notaris inzage in of een afschrift mag geven van een testament. Een onterfd kind is geen erfgenaam. Maar volgens de wet heeft het kind dan toch wel recht om te weten wat (alleen) daarover in het testament staat vermeld. Ook heeft dit onterfde kind recht op inzage in het testament, maar alleen voor zover het over de onterving gaat. Een onterving kan woordelijk (met de naam erbij) zijn opgenomen. Een testament kan echter ook zo opgesteld zijn dat iemand niet uitdrukkelijk wordt genoemd als erfgenaam en dan impliciet wordt onterfd. Het testament wijst dan uitdrukkelijk iemand als erfgenaam aan en slaat (bijvoorbeeld) een kind over; dan wordt het kind impliciet onterfd. In dat geval krijgt het kind ook geen inzage in het testament. De notaris kan dan wel uitdrukkelijk bevestigen dat het kind is onterfd.
Een onterfd kind heeft recht op de legitieme portie. De legitieme portie is de minimale aanspraak van een kind in de nalatenschap van een ouder. Het is de helft van het erfdeel dat het kind zou hebben ontvangen indien de ouder geen testament zou hebben gemaakt.
Het onterfde kind moet binnen vijf jaar na de datum van overlijden uitdrukkelijk een beroep doen op de legitieme portie. Het kind wordt dan een schuldeiser van de nalatenschap (en geen erfgenaam). Na vijf jaar is het recht op de legitieme portie vervallen. De legitieme kan worden ingeroepen bij degenen die wel erfgena(a)m(en) is/zijn of bij de executeur, indien deze laatste is benoemd.
Vaak bepaalt een erflater (in zijn testament) dat de erfgenaam of (als de erflater bij testament een executeur heeft aangewezen) de executeur het onterfde kind niet op de hoogte mag stellen van zijn overlijden. Het kind zal dan zelf in de gaten moeten houden of de erflater van wie deze verwacht op enig moment nog te kunnen erven, is overleden (bijvoorbeeld via familieleden of facebook of een aankondiging in de krant).
De legitieme portie hoeft na inroeping niet altijd direct te worden uitbetaald aan het kind. Meestal is in het testament opgenomen dat een legitieme pas opeisbaar is na overlijden van de echtgenoot/geregistreerd partner of samenwonende partner. Bij samenwoners moet er dan wel een samenlevingscontract zijn, anders geldt de uitgestelde uitbetaling niet.
Moet iemand anders de legitieme uitbetalen (zoal een broer of zus van het onterfde kind) dan geldt de bescherming van uitgestelde uitbetaling niet.