Columns thema afbeelding

Wie zoet is krijgt lekkers

21 - 11 -2019

Grootouders kunnen aan kleinkinderen belastingvrij schenken (of nalaten). Hiermee kan schenk- en/of erfbelasting worden bespaard. Behalve het bereiken van een fiscaal voordeel is het steuntje in de rug voor kleinkinderen wellicht een nog mooiere overweging.

Het vrijgestelde bedrag dat grootouders aan kleinkinderen mogen schenken bedraagt in 2019: € 2.173. Door schenkingen wordt de nalatenschap van de grootouders verkleind. De kinderen (ouders van de kleinkinderen) betalen uiteindelijk minder erfbelasting (maar erven uiteraard zelf ook minder.

Als de grootouders het geld liever niet tijdens leven al geven, kunnen zij er voor kiezen om in hun testament een vrijgesteld bedrag voor de kleinkinderen op te nemen. Het vrijgesteld bedrag in 2019 bedraagt € 20.616 per kleinkind per grootouder. Daarbij kunnen de grootouders bepalen dat het bedrag pas opgeëist kan worden na het overlijden van allebei de grootouders.
De legaten voor de kleinkinderen kunnen ten laste van de gehele nalatenschap komen. Daardoor “betalen” alle kinderen mee aan de legaten aan de kleinkinderen, ongeacht het aantal kinderen per kind. Soms willen de (groot-)ouders echter de takken (ook wel “staken” genoemd in het erfrecht) van hun kinderen gelijk behandelen. De grootouders kunnen dan bepalen dat de legaten aan de kleinkinderen ten laste van de ouder van het kleinkind komen.

Om te voorkomen dat de kleinkinderen op jonge leeftijd hun schenking of erfenis zelf kunnen beheren, wordt regelmatig geschonken of geërfd onder bewind.
De grootouders laten dan vastleggen dat de ouders van de kleinkinderen de bedragen voor hun kinderen beheren en onder welke voorwaarden de kleinkinderen zelf de beschikking krijgen over het geld.
Vaak wordt dan een leeftijd opgenomen vanaf wanneer het kleinkind zelf over de schenking of het legaat mag beschikken (bijvoorbeeld 23 jaar of 25 jaar).

Onlangs vond een kantonrechter de eisen van de grootouders wel erg ver gaan. De grootouders wilden een schenking doen aan (minderjarige) kleinkinderen met een bewind tot 35 jaar. Dit bewind zou echter levenslang worden als het kleinkind:

 “1. verslaafd is aan drugs of verslaafd is geweest;
2. verslaafd is aan alcohol of verslaafd is geweest en/of zich in coma heeft gedronken;
3. verslaafd is aan roken, lachgas of inhaleren van andere schadelijke middelen voor de gezondheid;
4. zich met meer dan één tatoeage heeft laten ontsieren groter dan twintig vierkante centimeter (20 cm2);
5. door géén gebruik te maken van zijn of haar talenten en zich niet ingespannen heeft om op basis van zijn of haar capaciteiten een eigen inkomen te generen;

6. door slecht beheer van zijn of haar financiële middelen een registratie heeft bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR); een registratie bij de Stichting Bureau Krediet Registratie geldt niet indien die tot stand is gekomen omdat men goederen heeft gekocht op afbetaling;
7. zijn of haar gezondheid dusdanig heeft verwaarloosd zodat ten gevolge daarvan zijn of haar body mass index (BMI) meer bedraagt dan vijf en twintig (25) voor vrouwelijke begiftigden of acht en twintig (28) voor mannelijke begiftigden of morbide obesitas heeft;
8. met justitie in aanraking is geweest en middels een veroordeling een strafblad heeft gekregen;
9. door haat of zijn onverantwoord rijgedrag zwaar lichamelijk letsel en schade heeft toegebracht aan zichzelf of aan derden.”


Kortom een nogal strenge variant op “wie zoet is, krijgt lekkers”. De rechter vond de voorwaarden niet acceptabel. Hoewel de schenking door de grootouders weliswaar was ingegeven vanuit de beste bedoelingen, vond de rechter voorwaarden neigen naar een financieel dwangmiddel om aan de kleinkinderen tot (bijna) in lengte van dagen op vele gebieden een levensstijl op te leggen zoals zij die voorstaan.
De kantonrechter was van mening dat er pedagogisch andere middelen zijn om (klein)kinderen de juist geachte levensstijl mee te geven!